Wood, carpet, glue.
Wood, carpet, glue.

 

 

Bol en blokken – model 2002 – Knokke

–Stelt je werk hier op het Van Bunnenplein iets voor?

Neen, sommige mensen zien er een peer in, anderen een ei. Zelf heb ik gewoon een abstracte vorm willen maken. Iemand vroeg me of de bol het ei van Christoffel Columbus was? Met die gekleurde lappen lijkt het inderdaad wel op een globe.

–Die blokken horen die er ook bij?

Jazeker. Ik toon twee beelden, maar ze horen echt samen. Ik ben meer en meer bezig met het tonen van veelheid en complexiteit. Verandering ook. Eigenlijk speel ik twee hypotheses van sculptuur tegen elkaar uit: een ietwat groteske amorfe bol vanuit de traditie van Dada en het Europese romantische denken tegenover de blokken die wel een karikaturale interpretatie lijken van het minimalisme of het constuctivisme. Ze staan ook symbool voor de esthetiek van handel en commercie. Ik kom er ook achter dat de maat van de kleine sculpturen die ik heb, ook groter kan. Het beeld is zeker een stap in de zoektocht naar maat. Eigenlijk is mijn kunstenaarspraktijk heel traditioneel. In het atelier maak ik modellen, die ik dan vaak voor een tentoonstelling uitvergroot. Zo ging het er in de vroegere beeldhouwateliers ook aan toe.

–Verandering, zeg je, zijn de kisten verplaatsbaar?

Het gaat hier meer om het gebaar. Ik wilde met die blokken een idee van verandering invoeren in het beeld. Blokken kan je gebruiken om te stapelen, om een constructie te maken die je ook weer makkelijk kan veranderen. Bij een sculptuur in de openbare ruimte moet je echter toch een aantal garanties inbouwen, vandaar dat al de blokken gevuld zijn met zand. Ze zijn te zwaar om makkelijk te verplaatsen. Het stond voor mij op voorhand vast dat het werk zelf een soort plek moest worden. Ik wilde een plaats maken. De ruimte tussen de vormen is eigenlijk wat ik echt heb willen maken. Dat is ook de ruimte voor de toeschouwer. In de praktijk, maar ook als idee; mijn werk gaat vaak over het openen van ruimte, het creëren van mogelijkheden. Ik wilde in dit beeld ook de sculptuur zelf en de mogelijke sokkel duidelijk van elkaar scheiden. Bovendien roepen die kisten bij sommigen vragen op: ‘Wat zou er in zitten?’

–Ben je tevreden over je werk?

Ik ben tevreden met het idee van de sculptuur, maar zelfs de grote vorm blijft een tijdelijk model voor mij. Iets gaat er toch altijd anders uitzien eenmaal je het ook echt in de wereld brengt. De vorm staat daar ongegeneerd te performen. Op weg hiernaartoe kwam ik keer op keer langs Zeebrugge, en die blokken verwijzen echt naar de haven en de handel. Ik denk dat het belangrijk is voor sculptuur iets te doen met de vormen om ons heen. We horen steeds meer over transport, verandering, flexibiliteit, nut, participatie, mobiliteit, snelheid,… Er bestaan ontzettend veel verschillende dingen naast elkaar. Ik probeer me daarvan bewust te worden in de beelden die ik maak. Het is voor mij een manier om te leren omgaan met hoe de wereld draait. Of om er tegenin te gaan.

–Je sculptuur staat nu bijna een hele zomer in de openbare ruimte, hoe bevalt het?

Ik ben echt geschrokken wat een verantwoordelijkheid het is een idee in de vorm van een kunstwerk in de openbare ruimte te zetten. Het lijkt wel of in de ruimte die van ons allemaal is, heel moeilijk omgegaan kan worden met een strikt individuele expressie. Ik wist dat het een broze, weerloze sculptuur is, maar toch. De eerste week al is de bol verschillende keren omgegooid door vandalen en toen hij later te zwaar was om nog om te gooien, werd het tapijt er af getrokken. Het doet me weer stilstaan bij de relatie tussen kunst en maatschappij, maar vooral bij hoe we ons als individuen verhouden tot de groep.

Kristof. 2002.