Draden spannen:

enkele gedachten over ‘Knowing by Doing’ van Kristof Van Gestel

door Marijke Van Eeckhaut in gesprek met de kunstenaar, maart 2014

 

 

Knowing by Doing wordt door Kristof Van Gestel omschreven als een platform binnen zijn kunstpraktijk om de band tussen zijn kunst en de toeschouwer te onderzoeken aan de hand van participatieve projecten en ervaringsgerichte workshops. De artistieke activiteiten die hij binnen dit platform ontplooit, worden gekenmerkt door twee componenten: actie en reflectie.

Kristof Van Gestel nodigt mensen uit om op uiteenlopende manieren deel te hebben aan zijn werk. Hij vraagt hen om aandachtig naar sculpturen te kijken, sculpturen een betekenisvolle plaats te geven in hun huis en leven, werk te (re)creëren binnen hun eigen omgeving … Ze doorlopen samen of individueel, onder begeleiding van de kunstenaar en vertrekkend van diens werk, een actief proces waarin hun relatie met kunst centraal staat. Dat proces is receptief/contemplatief, creërend/handelend of een combinatie van beide.

Het actief proces, alsook zijn uitgangspunt, resultaat en beleving, vormen het voorwerp van reflectie: er bestaat een voortdurende wisselwerking tussen actie (kijken, denken, voelen, doen, uitdrukken) en het reflecteren op de beweegredenen, resultaten en beleving van die actie met terugkoppeling naar meer algemene thema’s rond kunst en leven. De kunstenaar nodigt dus niet alleen mensen uit om toeschouwer te worden, hij stimuleert hen om het interpreteren en beleven naar een hoger niveau te tillen. Deze reflectie is zowel voor de deelnemers als voor de kunstenaar van groot belang: het maakt de interpretatie en beleving van de deelnemers meer bewust en doorleefd en op die manier inzetbaar in hun leven; en tegelijk is het net het inzicht in de vele aspecten van de omgang met kunst die de kunstenaar kan inzetten in de verdere uitbouw van zijn artistieke praktijk.

Knowing by Doing is een artistiek onderzoek naar de interactie tussen toeschouwer en kunst vanuit het perspectief van grote filosofische thema’s zoals individualiteit en gemeenschappelijkheid, de relatie met de ander, de zin van het leven. Wat Kristof Van Gestel met dit nieuwe platform beoogt, is draden spannen, tussen kunst en leven, tussen het artistieke en de toeschouwer, tussen creatie en contemplatie.

 

 

Knowing by Doing spant niet alleen draden voor de toeschouwer, maar is zelf ook volledig vernetwerkt. De artistieke praktijk verder ontwikkelen aan de hand van participatieve projecten en ervaringsgerichte workshops past zowel in een lange artistieke en filosofische traditie als in een aantal actuele evoluties in kunst, theorie en maatschappij.

 

ervaringsleren

 

De titel van het platform, Knowing by Doing, verwijst naar de kennis, inzichten en vaardigheden die voortkomen uit ervaringsleren. Dat is geen nieuw concept, in tegendeel. Binnen het denken over leren bestaan al eeuwenlang strekkingen die het idee naar voor schuiven dat leren niet (of niet efficiënt) gebeurt wanneer het wordt opgevat als een passief proces waarbij de lerende op een abstracte manier informatie ontvangt en absorbeert. Leren is het gevolg van concrete ervaring, reflectie, het vormen van een theorie en hypothese die aan de praktijk wordt getoetst wat resulteert in nieuwe concrete informatie enzovoort. Leren ontstaat uit een ketting van actie en reflectie. Deze overtuiging werd en wordt door verschillende denkers geformuleerd, onderschreven en/of binnen hun eigen theorie ingepast, van Jean Piaget tot John Dewey, van Maria Montessori tot David Kolb, van Aristoteles tot Jacques Rancière.

Ook Kristof Van Gestel is van mening dat deze manier van leren bijzonder waardevol is, en vandaag te veel wordt onderschat en verwaarloosd. Hij gaat zelf in zijn artistieke praktijk te werk volgens een cyclus van actie en reflectie, en stelt dat het niet alleen een krachtige vorm van leren is, maar ook een grote stimulus voor creativiteit (zie ook het doctoraatsonderzoek van Van Gestel, gepubliceerd als Mooi is nuttig. De kunstpraktijk als ervarings- en reflectiemodel, 2013, Aramer: Gent). Het is volgens hem een verantwoordelijkheid van kunstenaars om dit aan het publiek over te brengen, en de sterkste manier om dat te bewerkstelligen, is precies door het zelf te laten ervaren. Daarom vertrekt hij voor Knowing by Doing vanuit de atelierpraktijk, het spelen, het zelf doen en de lichamelijke ervaring van kunst, maar telkens met het gesprek, dus met reflectie, centraal.

 

participatie

 

Vanuit het ervaringsleren is het logisch dat Kristof Van Gestel kiest voor participatie, maar participatie wint vandaag ook algemeen aan belang. Doorheen alle aspecten van het maatschappelijk leven wordt de inbreng van het publiek (of de burger) in toenemende mate gewaardeerd en opgezocht. De grens tussen produceren en consumeren vervaagt: consumenten produceren nu ook betekenis en informatie, en zetten producten naar hun hand. Customizen, Wikipedia, LETS-gemeenschappen … zijn daar voorbeelden van. Ook in de kunstinstellingen dringt het belang van participatie meer en meer door: het gebeurt bijvoorbeeld steeds vaker dat bezoekers worden uitgenodigd om actief deel te nemen aan de werking van het museum, door het aanvullen van de collectie met verhalen, het kiezen van tentoonstellingsthema’s, het maken van tentoonstellingen, het adviseren en evalueren van plannen allerhande. Op die manier wordt zowel de passieve rol van de toeschouwer als de expertcultuur verbroken. Ook in de kunst bestaat er overigens een reeds decennia groeiende tendens om participatie als creatieve methode te hanteren.

 

kunstcontext

 

Een oppervlakkige waarnemer zou kunnen concluderen dat dit nieuwe werk van Kristof Van Gestel geen artistiek, maar sociaal, of in het beste geval sociaalartistiek werk is. De participatieve component, de opbouw als workshop, de soms verregaande inbreng van de toeschouwer … kunnen suggereren dat het artistieke werd losgelaten of puur als middel wordt ingezet. Dit werk wil echter expliciet kunstwerk zijn en luistert enkel naar de eigen parameters; het vormt geen antwoord op een politieke of maatschappelijke vraag, wil geen functionele problemen oplossen, wil geen doelgroep maar heel veel verschillende mensen aanspreken.

Bovendien nestelt Knowing by Doing zich stevig in een artistieke traditie waarbij we draden kunnen spannen naar kunstenaars als Allan Kaprow en John Cage, twee kunstenaars die Van Gestel als inspiratiebronnen noemt. De happenings van Kaprow werden mee bepaald door de (re)acties van de toeschouwers en waren uitgesproken participatief. Kaprow probeerde ook expliciet kunst en leven terug met elkaar te verbinden. In de composities van Cage waren toeval en spel belangrijk, en ook hij wilde de toehoorder via zijn muziek bewust maken van het leven.

Van daaruit kunnen we zowel naar achter als naar voor in de geschiedenis kijken en kunstenaars terugvinden die de band tussen kunst en toeschouwer exploreren. Vroeger was er bijvoorbeeld een kunstenaar als El Lissitzky, die met zijn tentoonstellingsontwerpen de toeschouwer een actieve rol wilde geven. En sinds Cage en Kaprow hebben de ideeën zich verder ontwikkeld waardoor er vandaag een uitgebreide artistieke praktijk bestaat waarin kunst niet langer vanuit een belangeloze esthetische houding wordt benaderd, maar als een potentieel nuttig en/of sociaal gegeven. Uit initiatieven zoals de tentoonstelling Museum of Arte Útil in het Van Abbemuseum (07.12.2013-30.03.2014), waar de gebruikswaarde en maatschappelijke functie van kunst worden geanalyseerd, blijkt dat artistiek onderzoek naar de relatie tussen kunst en toeschouwer, en tussen leven en kunst, brandend actueel, en hoe langer hoe radicaler is. (Aspecten van) deze evoluties worden door invloedrijke theoretici als Claire Bishop, Nicolas Bourriaud en Stephen Wright bestudeerd en gearticuleerd, en daarmee gecanoniseerd.

 

eigen werk

 

Binnen de bredere kunstcontext is Knowing by Doing dus stevig vernetwerkt, maar ook binnen het eigen oeuvre van Kristof Van Gestel staat dit werk niet alleen. We kunnen een rode draad onderscheiden die vanaf zijn afstudeerwerk doorheen zijn hele oeuvre loopt tot aan dit nieuwe platform. Het is niet toevallig dat ‘RE: Familie’ een ouder project herneemt. We zouden die rode draad kunnen omschrijven als de wereld en het leven leren kennen door ervaring en een onderzoek naar de rol van kunst en kunstenaar daarin. Belangrijke thema’s daarbinnen zijn de relatie tussen denken en doen, de relatie tussen ik en de ander, de functie van de kunstenaar en de verhouding tot de kunsttraditie. Van Gestel noemt zijn werk sitespecifiek omdat het gericht is op de verkenning van een ruimte: een letterlijke ruimte en/of een figuurlijke ruimte zoals binnen een groep mensen, binnen een bedrijf of tussen een kunstwerk en een toeschouwer.

Kristof Van Gestel bestudeert en experimenteert met manieren om kunst betekenisvol te maken. Kunst is er niet om geen impact te hebben, kunst moet volgens hem bijdragen aan de wereld. Aan de ene kant lijkt het door de directe beeldtaal en dikwijls functionele inzetbaarheid alsof de kunstenaar ook in zijn vrije werk zijn opleiding tot grafisch vormgever is trouw gebleven. Aan de andere kant zijn mensen steeds op zoek naar zingeving, bezig met vragen over zichzelf, de ander, de wereld, het leven, zoekend naar zinvolle relaties, en kan kunst de alledaagse kijk op de wereld ontwrichten en de deur openen naar nieuwe inzichten. Een van de belangrijkste lessen van kunst is de wisselwerking tussen vormgeven en vormgegeven worden, tussen actief handelen en passief ondergaan, tussen doen en laten gebeuren en het omgaan met toeval. Kristof Van Gestel wil het instituut omzeilen waar kunst (vaak) niet nuttig kan zijn, om via zijn participatieve kunst de toeschouwer hierin een inzicht te bieden en te helpen met het vinden van een evenwicht. Kunst moet volgens hem terug focussen op het publiek, en hij doet dat door het publiek een gezicht te geven en met de toeschouwers in interactie te treden. Hij wil het moment waarop kunst werkt met, voor en door de toeschouwer, vergroten.

 

spirituele referenties

 

En met deze filosofische situering van de artistieke praktijk van Knowing by Doing wordt er ten slotte nog een andere draad gesponnen, namelijk naar wereldbeschouwingen zoals we die terugvinden bij bijvoorbeeld het zenboeddhisme of het sjamanisme. Kristof Van Gestel herkent zich in een heel aantal principes van deze spirituele praktijken: beoefenaars gaan op een ervaringsgerichte manier op zoek naar betekenis in en verbondenheid met de wereld, en de verhoudingen van het denken tot het doen, van het ik tot de anderen en van de eigen praktijk tot de traditie staan centraal. Ook John Cage inspireerde zich in zijn gebruik van toeval overigens op het zenboeddhisme, waarmee de draden zich beginnen te verweven tot een prachtig spinnenweb.